De cascina (boerderij) was decennialang eigendom van de familie Barisone en heeft tot ongeveer 1998 nog volop gefunctioneerd. Oorspronkelijk hoorde bij de cascina ongeveer 30 hectare land dat in gebruik was als wijngaard, hazelnootplantage, weiland, kapbos en landbouw, en volgens de overlevering maakten de Barisones de lekkerste wijn van de omgeving.

Ons ‘landgoed’ beslaat nu nog ongeveer 7,5 hectare en bestaat uit (verwilderd) bos, calanchi en boomgaard. Bijna overal heb je een fantastisch uitzicht over het dal en de Bormida rivier. Rob heeft een wandelroute over de heuvel uitgezet (de rode rondweg) die een half uur à drie kwartier duurt en langs de grens van ons land loopt.

 

 

Kastanjedrogerij

Op het terrein staat onder één van de grootste en oudste kastanjes nog een kastanjedrogerij. Later is de drogerij ook als kippenhok gebruikt. We hebben recentelijk de kastanjedrogerij opgeknapt en deze wordt gebruikt om kunst van Rob in te exposeren, maar ook voor (romantische) diners bij haardvuur. Ga gerust even een kijkje nemen!

Wandelen en fietsen

Piemonte is een prachtige regio om uitgebreid te wandelen en fietsen. Hier lees je meer.

 

 

Bomen en struiken

Leuk om ze te herkennen, op Brusagio staan onder meer de volgende bomen en struiken: kastanje, walnoot, amandel, hazelnoot, druiven, kersen, appels, peren, pruimen, vijgen en diverse soorten bessen, perziken, olijven, kweeperen, cipressen (de laatste vijf bomen hebben we zelf geplant), eiken, wilgen, riet, vlieren, bramen en acacia’s. En misschien staan er nog wel meer soorten, maar die (her)kennen wíj (nog) niet.

Leuke dieren

Als je mazzel hebt word je pad gekruist door caprioli (reetjes). Soms hoor je ze ook: ze maken een schor blaffend geluid. Of je rijdt meterslang achter zigzaggende patrijzen of fazanten - die maar blijven twijfelen of ze je links of rechts van de weg moeten ontlopen. Er schijnen everzwijnen rond te lopen, maar die hebben we op Brusagio nog maar één keer gezien (verder wel gehóórd).
Natuurlijk leven er op de muren en tussen de stenen hagedisjes. Als je een vuursalamander tegenkomt: beato lui!! Volgens de Italianen brengt-ie geluk, zéker als hij richting je huis loopt. Niet aankomen: hij is giftig!

Vroeg in de zomer is er elke avond het spektakel van de vuurvliegjes: soms zitten er zóveel in het veld, dat het lijkt of je naar snel knipperende kerstverlichting zit te kijken. Heel af en toe komen we onder de struiken glimwormpjes tegen. En natuurlijk is het Mediterrane gebied niet compleet zonder zingende sprinkhanen, krekels (in het gras) en schetterende cicaden (in de bomen). Niet op ons terrein, maar wel af en toe te horen: kikkers (bij de rivier) en pauwen (die keihard ‘miauwen’). We vroegen ons al af waarom zoveel mensen pauwen houden (alles hier moet immers nut hebben) maar ze blijken als waakhond te worden gebruikt.

Waar we ook heel erg blij mee zijn is met de nachtegaal en de koekoek - laat in het voorjaar / vroeg in de zomer - en de zwaluwen, spechten en uilen. Let vooral op de dwergooruil. Deze zit 's avonds vaak midden op het pad dat naar Brusagio leidt. De dwergooruil is te herkennen aan zijn monotoon ‘tjuu, tjuu’ wat hij elke paar seconden herhaalt. Zijn roep wordt vaak beantwoord door een dwergooruil in de buurt. Het antwoord luidt meestal ‘tjuu, tjuu’. Dit kan héél lang achter elkaar doorgaan.